Waar moeten we opletten bij het inzetten van capaciteitentesten?
In het kader van de internationalisering krijgen wij steeds vaker de vraag of allochtonen met ons testmateriaal getest kunnen worden en of onze testen goed inzetbaar zijn in het buitenland. In deze blog vertel ik over mijn ervaringen met dit onderwerp en leest u adviezen waar u op moet letten bij het maken van een keuze in testmateriaal.
Onderzoek in Kenia
In het derde jaar (eind 2005) van mijn studie psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen heb ik mijn leeronderzoek gedaan naar de invloed van cultuur op een niet-verbale redeneertest (capaciteitentest). Deze capaciteitentest was onderdeel van een niet-verbale intelligentietest voor kinderen. De test “Categorieën” hebben we in Nederland bij 394 en in Kenia bij 331 kinderen tussen de 4 en 17 jaar afgenomen. De Keniaanse onderzoeksgroep scoorde duidelijk minder goed op deze capaciteitentest. Maar dit betekent uiteraard niet dat ze ook minder intelligent zijn.
We hebben na het afnemen van de test ook aan de kinderen gevraagd welke plaatjes ze niet kenden en zo vonden we enkele cultuur gebonden items. Ze waren uiteraard niet bekend met een slee in de categorie vervoersmiddelen en ook een washandje bleken ze daar niet te gebruiken. Aan de hand van onze bevindingen is de test aangepast maar het blijft natuurlijk dat de wijze van testafname en het soort testmateriaal, dat voor een deel van de Keniaanse kinderen ongebruikelijk is, waarschijnlijk van grotere invloed is geweest.
Waar ik mij door dit onderzoek bewust van ben geworden is dat het materiaal uit capaciteitentesten eerlijk moet zijn, hiermee bedoel ik dat iedereen alle items zou moeten kunnen begrijpen. En vooral ook dat het van belang is om voor verschillende bevolkingsgroepen aparte normen te creëren.
Het begrip IQ-score
Het hele punt met de IQ-score is volgens mij dat het een ingeburgerd begrip is geworden en mensen dit als de “meetlat” zien om intelligentie mee te meten. Als je in verschillende landen gaat meten met linialen waarbij op de liniaal in het ene land de centimeter net wat groter uitvalt dan op de liniaal in het andere land, wordt het natuurlijk moeilijk uitzoeken of de plank die je bestelt ook daadwerkelijk in de kast gaat passen. Omdat mensen van nature gewend zijn en de neiging hebben om met gelijke maten te meten, willen ze ook graag één maat om intelligentie mee te meten en iedereen tegen hetzelfde afzetten. Het gaat dus tegen onze natuur in om voor verschillende groepen aparte normen te maken.
Wat willen we eigenlijk meten?
Laten we eens bij onszelf nagaan wat we eigenlijk willen weten als we iemand een capaciteitentest of intelligentietest laten ondergaan. Dit kan bijvoorbeeld zijn welk werk- en denkniveau iemand heeft om te kunnen inschatten of de persoon in kwestie het werk- en denkniveau van een bepaalde functie aankan. In de normgroep van bijvoorbeeld de nationale intelligentietest zit als het goed is een representatie van onze bevolking dus kun je aan de uitslag op de intelligentietest zien of de kandidaat hoger of lager dan de gemiddelde Nederlander scoort. Helpt dit je veel verder? Het kan je wel verder helpen als je de gewenste IQ score weet. Hiervoor zou je eerst meerdere mensen die de functie waarvoor u een kandidaat wilt testen dezelfde intelligentietest kunnen laten maken. Zo kunt u vinden wat de wenselijk score is om de functie goed te kunnen uitvoeren.
Wat ik hiermee duidelijk wil maken is dat op het moment dat je een capaciteitentest of een intelligentietest zoekt om het werk- en denkniveau van een kandidaat inzichtelijk te krijgen je vooral moet bedenken tegen welke normgroep je diegene wilt afzetten. Zoek je een kandidaat met gemiddeld WO werk- en denkniveau zoek dan capaciteitentesten die een normgroep hebben die alleen uit WO-ers bestaat. Daarbij is het ook nog van belang dat de personen in de normgroep in eenzelfde situatie de test hebben ingevuld, hing er een baan vanaf of wilde hij/zij gewoon even een capaciteitentest of intelligentietest uitproberen? In het eerste geval zal iemand zich meer inspannen en beter scoren waardoor de norm strenger wordt. Er zijn testen die betrouwbaar en discriminerend zijn voor zowel volwassenen als voor kinderen. Wat daarbij de truc is, is dat er aparte normgroepen zijn gecreëerd voor de groep kinderen en voor de groep volwassenen.
Met een Nederlandse normgroep andere culturen meten
Kan een Nederlands bedrijf nu wel of niet mensen testen van het zusterbedrijf in Engeland met dezelfde test en normgroep? Hierbij is het ten eerste weer belangrijk dat het testmateriaal “eerlijk is” en in de juiste taal beschikbaar is. Ten tweede is het belangrijk om te weten wat het doel is om deze mensen te testen. Als het doel is de medewerkers van de verschillende bedrijven met elkaar te vergelijken is het juist goed om voor beide groepen dezelfde, dus in dit geval de Nederlandse normgroep te gebruiken. Zo zullen de verschillen inzichtelijk worden. Als het doel is om een minimale aftestgrens of opleidingsniveau te bepalen die nieuwe medewerkers moeten scoren om aangenomen te worden is het natuurlijk wel van belang dat het opleidingsniveau van de normgroep ook representatief is voor de opleidingen in het betreffende land.
Het lijkt het me sowieso beter iedereen langs eenzelfde lat te leggen als er bijvoorbeeld iemand uit het buitenland of een allochtoon komt solliciteren bij een Nederlands bedrijf.
Bij Nederlandse allochtonen is het vooral van belang dat het materiaal te begrijpen valt voor de kandidaat. Denk aan het taalniveau van de vragenlijst, er zijn vragenlijsten speciaal hertaald naar B1 taalniveau. Als je aparte normgroepen voor allochtonen zou maken zullen waarschijnlijk reële verschillen met Nederlanders “wegpoetst” worden, deze wil je juist inzichtelijk hebben.
Onderschat dus niet de waarde van een goede en passende normgroep bij het selecteren van capaciteitentesten voor een kandidaat!