Voor degenen die reeds op digitaal vlak actief waren in de negentiger jaren zal het bekend voorkomen: Y2K, ofwel het Jaar 2000 probleem, ofwel de Millenniumbug. Het betrof een angst voor grote problemen die veroorzaakt zouden worden door de manier waarop veel systemen tijd bijhielden. Een overflow fout zou van alles tot gevolg hebben. Van optimistische voorspellingen zoals niet-functionerende fax-machines tot aan de nuclear meltdowns onttrokken uit de meest pessimistische geesten. Gelukkig bleken de half-vol denkers gelijk te hebben. Mankementen bleven grotendeels beperkt tot niet-functionerende kaartjesapparaten en pin-automaten. Opvallend genoeg blijken anno 2020 een reeks tijdelijke oplossingen voor de Millenniumbug teruggekeerd te zijn om ons te herinneren aan het feit dat future-proofing zo bijzonder van belang is. In begin 2020 hielden in New York alle parkeermeters op[1] vanwege de keuze voor een snelle oplossing voor het oorspronkelijke probleem twee decennia eerder. Door systemen de eerste twintig getallen te laten interpreteren als behorende tot de 21e eeuw kon men de directe gevolgen in het jaar 2000 vermijden.
De scherpe lezer pikt hier wellicht een onderscheid op. Niet enkel de technische elementen en instellingen lagen ten grondslag aan de problemen; tevens de mindset, het vermogen tot abstraheren en generaliseren speelde een rol. Rond dezelfde tijd dat Y2K in het nieuws kwam begon een reeks academici grondig na te denken over de mate waarop de wereld digitaliseert en vooral de manier waarop, behalve apparaten en systemen, ook mensen 21st-century-proof gemaakt kunnen worden. Enter 21st Century Skills.
Computers are incredibly fast, accurate, and stupid. Human beings are incredibly slow, inaccurate, and brilliant. Together they are powerful beyond imagination.
- Albert Einstein (1879 - 1955)
Het huwelijk tussen digitale processen en menselijke gedachten is in termen van commitment onverstoord gegroeid sinds de introductie van de halfgeleiders. Er wordt een transitie waargenomen waarbij mensen minder geacht worden de berekeningen uit te voeren (telramen voor de veteranen onder ons) maar juist de uitkomsten ervan des te beter moeten kunnen interpreteren. Kenmerken uit voorbeelden kunnen extraheren, deze categoriseren en vervolgens gebruiken in het opwerpen van prototypische representaties. Richard Nisbett onderzocht het jaren terug tussen culturen, maar de vaardigheid zelf is onherroepelijk - en overkoepelend - van belang voor degenen die zichzelf wegwijs noemen in het web dat naast haar schematische representatie ook steeds meer figuurlijk zo blijkt te zijn.
Academici onder ons zullen al snel denken aan het concept van de empirische cyclus. Observatie, inductie, deductie, toetsing en evaluatie. De overeenkomst is evident, maar toch hoeft men voor een goede bullshit-detector geen wetenschappelijk onderwijs gevolgd te hebben. Op dezelfde manier zijn ook hoger opgeleiden ontvankelijk voor drogredenaties. Het argumentum ad misericordiam, het argument naar het medelijden, zal ons allen wel eens overgehaald hebben. Actueler in de politiek het argumentum ad verecundiam, of argument naar de autoriteit. Evolutionair gezien hebben deze redenaties zeker hun voordelen. Het besparen van computatiekracht in onze hersenen maakt de ruimte vrij voor andere, wellicht belangrijkere zaken zoals het construeren van een hut of het berekenen van het beste traject van een speer om de mammoet te raken.
Automatisering is goed, maar mag niet unchecked gaan.
Kunde en informatievaardigheid zijn zodoende essentieel voor goede 21st century skills, maar niet alomvattend. Zoals eerder genoemd zijn niet uitsluitend hoger opgeleiden geschikt en gereed; intelligentie en wijsheid zijn niet één en dezelfde.
Als intelligentie de kennis is dat een tomaat eigenlijk een fruitsoort is, dan is wijsheid de keuze om deze toch maar niet in een fruitsalade te stoppen. Correct omgaan met online interacties, vooral in een wereld waarin het steeds makkelijker wordt om je mening te uiten of jezelf en anderen te etaleren, blijkt steeds relevanter. De positieve maar vooral ook de negatieve gevolgen van deze vrijheid zijn de afgelopen 10 jaar pas meer op de voorgrond getreden en veel overheden proberen, op hun eigen manier, er grip op te krijgen. In het geval van Nederland, waar we zo vooruitstrevend zijn in de vrijheid van meningsuiting en ons gevoel voor privacy, leggen we de nadruk op onderwijs. Voorlichting en het bieden van een scherp arsenaal aan (mentaal) gereedschap.
Het Corona-virus heeft, getrouw aan een echte wildcard, de wereld in een bizarre situatie geplaatst. De komende decennia zullen er tientallen duizenden thesissen en dissertaties geschreven worden over de periode van tijd waarin we ons nu verkeren. Binnen de A&O psychologie voorspel ik dat een niet-bescheiden gedeelte hiervan over de snelle en dikwijls geforceerde stap naar nog digitalere media gaat. Hoe klaar voor de 21e eeuw is Nederland nu eigenlijk?
Het Ixly 21st century skills test-programma houdt een spiegel op en stelt mensen in staat om hun eigen kunde, vaardigheden en wijsheid op het gebied van deze informatie-jungle kritisch te bekijken.
Wellicht dat we zodoende in de toekomst naast die mammoet ook de nodige bugs kunnen vangen.