Naast intelligentietest hebben integriteitstesten een voorspellende waarde op arbeidsprestaties (Bloemers & van der Molen, 2004).
Integere personen handelen naar hun opvattingen en beloftes. De Morele Dilemma’s vragenlijst kan in relatief korte tijd (25 minuten) een beeld geven van de kans dat iemand moreel of immoreel gedrag zal vertonen in ambivalente situaties. Dit zegt iets over de integriteit van een persoon. De vragenlijst Morele Dilemma’s geeft een beeld van de mate waarin iemand belang hecht aan regels, verantwoordelijkheid neemt, het gemak waarmee keuzes gemaakt worden en de mate waarin iemand gaat voor het eigen belang of het algemene belang.
Bij de ontwikkeling van deze vragenlijst is gekozen om integriteitsdilemma’s te gebruiken om integriteit te meten. Bij een integriteitsdilemma moet een persoon die geconfronteerd wordt met een dilemma, een afweging moet maken tussen conflicterende verplichtingen en belangen. Een dilemma is aanwezig als twee waarden, normen of ambities aanwezig zijn die elkaar uitsluiten. Integriteit openbaart zich in de keuze die een persoon maakt bij een dilemma. Met name de motivatie en onderbouwing van de keuze die gemaakt wordt bij een dilemma is van belang. Volgens Thomas Nagel zijn er vijf verschillende typen morele criteria die ervoor kunnen zorgen dat er strijdige eisen ontstaan: obligations, rights, utility, personal commitment en perfectionist ideals (zie Handleiding Dilemma’s voor een uitgebreidere beschrijving).
Er zijn diverse eerdere versies van de Morele Dilemma’s vragenlijst geweest. Op basis van onderzoek is gebleken welke integriteitsdilemma’s het meest onderscheidend waren en op welke wijze de dilemma’s het beste uitgevraagd konden worden.
De huidige Morele Dilemma’s vragenlijst bestaat uit 12 integriteitsdilemma’s. Bij elk dilemma horen ongeveer 5 ipsatieve vragen. Hierbij staan twee stellingen tegenover elkaar. De kandidaten moeten kiezen in welk van de twee stellingen zij zich het beste kunnen vinden. In veel gevallen is het kiezen tussen twee kwaden. Zie ook het voorbeeld:
Figuur 1. Voorbeeldopgave Morele Dilemma’s vragenlijst
De betrouwbaarheid van een vragenlijst geeft een indicatie van de nauwkeurigheid van het instrument. Het begrip heeft betrekking op de reproduceerbaarheid van de gemeten uitkomsten. Een van de meest gebruikte betrouwbaarheidsmaten voor een vragenlijst als Morele Dilemma’s is Cronbach’s alfa. Dit is een maat voor interne consistentie (Nunnally, 1978). In Tabel 1 worden de betrouwbaarheden van de vier schalen vermeld.
De betrouwbaarheid van deze schalen is beperkt als het gaat om selectie doeleinden, maar volstaat voor adviesdoeleinden.
Begripsvaliditeit heeft betrekking op het theoretische begrip waarmee de test een verklaring wil geven voor het testgedrag. Om de begripsvaliditeit te onderzoeken is de relatie tussen de Werkgerelateerde Persoonlijkheid Vragenlijst en Morele Dilemma’s onderzocht. Hierbij zijn vooraf verwachtingen geformuleerd over welke schalen een correlatie zouden vertonen. De meeste van deze verwachtingen werden in de resultaten gevonden (aangegeven met + in Tabel 2).
Daarnaast is de relatie tussen Morele Dilemma’s en de Morele Waarden vragenlijst onderzocht (Tabel 3). Ook hier zijn de gevonden relaties goed te verklaren. De hoogste correlaties vinden we over het algemeen bij de schaal Normbesef: het hanteren van bepaalde normen is vaak leidend bij de keuzes in morele dilemma’s. Normbesef heeft de hoogste correlatie dan ook met de schaal Regels: personen die een groter normbesef hebben zijn over het algemeen dus ook strikter in het hanteren van die normen (regels) bij morele dilemma’s. Ook de positieve correlaties tussen Keuzes Maken en Verantwoordelijkheid nemen enerzijds en Oprechtheid anderzijds zijn verklaarbaar. Het is te verwachten dat personen die oprecht zijn ook oprecht zijn in hun keuzes en achter hun keuzes staan, dat wil zeggen verantwoordelijkheid nemen voor hun genomen keuzes.
Uit de beschreven resultaten blijkt dat er sprake is van samenhang tussen de schalen van de vragenlijst Morele Dilemma’s en de schalen van de WPV en Morele Waarden vragenlijst. Deze resultaten dragen bij aan de externe validiteit van de vragenlijst. Voor een uitgebreidere toelichting op de resultaten en overwegingen verwijzen we u naar de Handleiding Morele Dilemma’s.
De dilemma’s vragenlijst bevat een selectie normgroep (N = 159). Deze groep heeft de test dus in een selectiesituatie ingevuld. Voor een volledige beschrijving van de normgroep, verwijzen we u naar de handleiding vragenlijst Morele Dilemma’s.
De vragenlijst kan in een situatie ingezet worden waarbij het van belang is om meer te weten te komen over hoe en waarom een persoon bepaalde beslissingen neemt in morele dilemma’s. De vragenlijst kan ingevuld worden door een ieder die deel uitmaakt van de Nederlandse beroepsbevolking. Bij selectiesituaties geeft deze vragenlijst een indicatie van de mate waarin de kandidaat integer gedrag zal gaan vertonen en het rapport kan een leidraad vormen voor het gesprek op individueel niveau.
Bloemers, W., & Molen, H. van der (2004). Het (genegeerde) belang van intelligentie voor arbeidsprestaties. Opleiding & Ontwikkeling, mei 2004, 3-9.
Nunnally, J. C. (1978). Psychometric theory (2nd ed.). New York: McGraw-Hill.